Familiebedrijf van de Maand Maart 2023
Familiebedrijf van de Maand Maart 2023
Fruitbedrijf Westeneng in Zeist
Deel 4/4
Eisen
Rond de eeuwwisseling heeft Izaak Westeneng in Zeist het bedrijf officieel, na twaalf jaar met zijn ouders een maatschap gevormd te hebben. “In die tijd ging dat aanzienlijk makkelijker dan tegenwoordig. De bank en de belastingdienst waren een stuk meegaander. Voor Martijn wordt dat veel lastiger. De belasting eist van alles maar als je als dertigjarige bij de bank aanklopt, geven ze niet thuis.”
Ondanks dat Jantine een gewone burger is, zoals Izaak dat noemt, ze heeft geen agrarische achtergrond, doet ze volop mee. “Ze is niet bang om vuile handen te krijgen. Ze helpt met planten en plukken, alleen snoeien vindt ze niets” De boekhouding doen ze samen, ‘want ik wil wel weten waar het geld blijft’.
Boerderijijs
Ook hun dochter draagt het liefst een overall en klompen. “Zij studeert in Wageningen, maar heeft zeker interesse om thuis te komen. Misschien gaat zij in de winkel boerderijijs in verschillende smaken verkopen.” Voor de jongste zoon (16) lijkt het pad richting het bedrijf al aangelegd te worden. Die is bezig met z’n trekkerrijbewijs. Hij heeft nu al de fruittelersmentaliteit, niet zeuren maar gaan! Hij doet dit jaar HAVO-examen en gaat daarna naar Geldermalsen of Yuverta in Houten.”
Schouders eronder
De belangstelling van hun kinderen, stimuleert de motivatie om door te gaan. “Daarom blijven we investeren. Ook na de hagelschade, afgelopen jaar, ben ik niet bij de pakken neer gaan zitten. Even uithuilen, maar dan opnieuw beginnen. Met elkaar zetten we de schouders eronder.”
Deel 3/4
Prinses Máxima Ziekenhuis
Fruitbedrijf Westeneng in Zeist verkoopt vrijwel al het fruit in de eigen boerderijwinkel. Izaak Westeneng vertelt dat zijn vader vroeger wel lid was van de veiling. “Mijn vader veilde in Bunnik. Dat is later gefuseerd met Geldermalsen. Ik was daar niet tegen, maar ik dacht meer te kunnen verdienen door het fruit zelf af te zetten.” Op wat peren na, die via Jan Oskam worden verkocht, heeft het bedrijf de afzet in eigen hand. “We verkopen natuurlijk veel via de winkel. Daarnaast leveren we school- en bedrijfsfruit. In het Academisch en het Prinses Máxima ziekenhuis in Utrecht, wordt ons fruit in de restaurants verkocht. Het Ronald McDonaldhuis ligt op 200 meter afstand van ons. Voor de ouders van de zieke kinderen is het een soort uitje om naar ons toe te wandelen.”
Veel rassen
Om lang genoeg aanbod in de winkel te hebben, telen ze veel verschillende rassen. “Aan appels hebben we naast Elstar, Goudreinette en Jonagold ook zomerrassen zoals Delbare, Alkemene vroege Cox en Summerred. We hebben overal een paar rijtjes van staan.”
Verkoop met verhaal
Westeneng vindt dat huisverkoop niet voor iedereen is weggelegd. “Dat is iets van de lange adem. Je hebt steeds mensen over de vloer. Je moet thuis ook mensen hebben die het wíllen doen. Je moet je verhaal erbij vertellen, dat is juist de meerwaarde van een boerderijwinkel. Daarom heb je er niets aan om er twee nietszeggende schoolmeisjes neer te zetten. Bij ons doet de hele familie mee. Ook de zus en de broer van Martijn staan regelmatig in de winkel.”
Westeneng neemt de consumenten ook regelmatig mee naar buiten. “Dan laat ik zien hoe het fruit groeit. Ik laat ze de bijenkasten zien, zodat ze zien dat ook de honing uit onze eigen boomgaard komt. Kinderen mogen hun eigen aardbeien plukken.” De boerderijwinkel vergt dus nogal wat menskracht. “Dat betekent dat ik de uren die ik in de winkel sta, geen buitenwerk kan doen. Dat moet dan na sluitingstijd nog gebeuren.”
Stapje harder
De winkel heeft veel bekendheid gekeken dankzij het bezoek van Yvon Jaspers, drie jaar geleden. Ook nadat er bij ons TV-opnamen zijn gemaakt over de nachtvorst, leverde dat extra aanloop op. “Als je een stapje harder zet, kun je veel meer bereiken.” Door die uitzendingen accepteren de consumenten ook beter als het fruit niet helemaal perfect is. “Ik laat het ze zien als er een plekje op de appel zit. Ik leg ze uit waardoor dat komt en vertel erbij dat de appel net zo lekker smaakt. Zonder verhaal, zoals in de supermarkt, kun je die appels niet verkopen.”
Deel 2/4
Teelt in potten
Fruitbedrijf Westeneng in Zeist teelt het zachtfruit allemaal in potten. Als reden noemt Izaak Westeneng het teeltgemak. “Neem de zomerframboos Tulameen. We starten elk jaar met nieuwe planten. Dan hebben we geen problemen met uitval. We stoppen twee longcanes, van twee meter, in een pot en kunnen dan in de zomer al oogsten.” Hetzelfde teeltsysteem gaat hij ook toepassen bij de bramen. “Dan hebben we altijd een sterk, jong gewas en voldoende nieuwe scheuten.” Het plantmateriaal komt van de plantenkweker.
Trayplanten
Ook voor de aardbeienteelt gebruiken ze (tray)planten van de plantenkweker. “We planten de eerste eind februari en daarna elke twee of drie weken weer nieuwe. Als je zo regelmatig plant, is het geen doen om je eigen plantmateriaal te maken. Daar komt bij dat gemiddeld een derde van de planten van onvoldoende kwaliteit is. Die hoef ik zelf niet uit te sorteren, dat doet de plantenkweker voor mij. Ik krijg alleen goede planten.”
Kist aan de weg
De ouders van Izaak begonnen rond 1960 met appels en peren en een beetje pruimen. “Zoals iedereen zetten ze ook een kist fruit aan de weg. Later is dat een winkeltje geworden.” In de jaren ’80 kwam Izaak erbij, er moest uitgebreid worden. Izaak: “Grond was toen schaars en duur, maar we moesten wat om te kunnen overleven. Toen zijn we meer producten zelf gaan verkopen en hebben we ons assortiment uitgebreid.”
Altijd bezig
Izaak vertelt dat hij degene was die de huisverkoop en de uitbreiding van het assortiment heeft geïnitieerd. “Ik ben een echte huisverkoper. Twaalf jaar geleden was ik degene die met aardbeien begon. Ik hoor het mijn vader nog zeggen: Weet waar je aan begint, want je bent altijd bezig. Van de teelt wist ik niks. Ik heb het geleerd van de voorlichter.”
Het was best een pittige investering, want hij is gelijk op hoogte gaan telen. Dat was wel de juiste beslissing. “Mijn vader is inmiddels overleden maar mijn moeder plukt, op haar 82e, nog steeds aardbeien. Het is ideaal werken, staand en droog.”
Toen Izaak de aardbeienteelt onder de knie had, kwamen er blauwe bessen bij. “Ook die teel ik in potten, want onze kleigrond is niet geschikt voor blauwe bes. Dat betekent wel dat je moet blijven watergeven, anders heb je zo de pin op je neus. Ook deze teelt heb ik van een voorlichter geleerd.”
Deel 1/4
Izaak (56) en Jantine (52) Westeneng in Zeist namen het bedrijf in 2000 over van Izaak zijn vader. Zoon Martijn (20) staat al te popelen en zit sinds kort in de maatschap. Na afronding van de fruitteeltopleiding, werkt hij sinds juni vorig jaar voor de helft thuis.
Fruitbedrijf Westeneng onderscheidt zich van andere fruitteeltbedrijven door vrijwel alles zelf te verkopen in de eigen boerderijwinkel. Het bedrijf beslaat 13 ha.
Tunnelkas
Omwille van een langdurig en gevarieerd aanbod in de winkel, is het palet aan rassen en gewassen divers, met kersen, pruimen, aardbeien op stellingen, rode bessen, zomerframbozen, blauwe bessen, appels en peren. Izaak: “We zijn nu een tunnelkas aan het bouwen, van honderd bij tien meter en 5,5 meter hoog. Daar komen, naast frambozen, rode bessen en aardbeien, ook bramen in. Die kas wordt de verantwoordelijkheid van Martijn, het was ook zijn idee.”
Fouten maken
De tunnelkas biedt Martijn de mogelijkheid om te laten zien wat hij kan. “Je moet de jeugd wel de kans geven, dat heeft mijn vader met mij ook gedaan. Martijn is soms wat eigenwijs en wil mijn advies dan niet aannemen. Dan gaat er wel eens wat mis. Dat moet ook, want daar leert hij van.” Het verkoopseizoen start normaliter rond 10 juni, met kersen. Dankzij die tunnelkas, kunnen ze de oogst wat vervroegen. “Dan hebben we met moederdag al aardbeien. De eerste frambozen komen eind mei in plaats van 20 juni. Als de loop er eenmaal in zit, gaat die het hele seizoen door.”
Tekst: Andrea Disco
Foto’s: Fruitbedrijf Westeneng