Chat van Chat
Chat van Chat
Publicatiedatum 27 april 2024 (nieuwsbrief 2024-17)
Op de barricaden
Deze week stond het verbod op het gebruik van Tracer en Exirel in de kersenteelt volop in de belangstelling. De sector kwam massaal in opstand. Ook in de vorige eeuw hebben professionele Nederlandse fruittelers geprotesteerd tegen plannen van de regering. Een opmerkelijk protest vond plaats in 1990, toen fruittelers in Nederland massaal de straat op gingen om te demonstreren tegen de lage fruitprijzen en de concurrentie van geïmporteerd fruit. Ze eisten steunmaatregelen van de overheid om hun sector te beschermen en hun inkomsten te waarborgen.
Kisten omgekiept
Tijdens dit protest werden er blokkades opgezet bij distributiecentra en werden er fruitkisten omgekieperd als symbool van onvrede. De fruittelers benadrukten de noodzaak van een eerlijke prijs voor hun producten en riepen de regering op om maatregelen te nemen om de Nederlandse fruitteelt te ondersteunen.
Bewustwording
Het protest van de Nederlandse fruittelers in 1990 had enkele belangrijke resultaten. Hoewel het niet onmiddellijk tot alle gewenste veranderingen leidde, zorgde het voor bewustwording en legde het de dringende kwesties bloot waarmee de fruitsector werd geconfronteerd. Zo bracht het protest de moeilijkheden en uitdagingen van de fruittelers onder de aandacht van het grote publiek en de regering. Het versterkte ook de solidariteit binnen de sector.
Steunmaatregelen
Na het protest begonnen de fruittelers gesprekken met de overheid. Ze eisten steunmaatregelen om de lage fruitprijzen aan te pakken en de concurrentie van geïmporteerd fruit te verminderen. Het protest resulteerde uiteindelijk in enkele subsidies en prijsstabilisatiemaatregelen voor de fruitsector. Deze maatregelen waren bedoeld om de inkomsten van de fruittelers te beschermen.
Conclusies
Het protest van 1990 had een blijvende impact op de fruitteelt in Nederland. Het benadrukte het belang van een gezonde en duurzame fruitsector en leidde tot verdere discussies en beleidsveranderingen in de jaren die volgden.
Kortom, hoewel het protest niet onmiddellijk alle gewenste resultaten opleverde, was het een cruciaal moment in de geschiedenis van de Nederlandse fruitteelt en zette het de weg open voor verdere verbeteringen en ondersteuning. Dit historische protest toont aan dat de belangen van professionele fruittelers al decennialang een belangrijk onderwerp zijn en dat ze bereid zijn om actie te ondernemen om hun sector te beschermen.
Foto: Wiki
Publicatiedatum 13 april 2024 (nieuwsbrief 2024-15)
De rijke geschiedenis van de kersenteelt
De kersenteelt in Nederland heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd. Zoete kersen zijn ontstaan in Azië uit toevallige kruisingen tussen de soorten Prunus tomentosa, Prunus japonica en Prunus Glandulosa. De oudste beschrijving dateert van 300 voor onze jaartelling, de Griek Theophrast beschreef een boom, Kerasos. In de Romeinse tijd noemt de schrijver Plinius reeds een tiental kersenrassen.
Groei na WOII
De eerste tekenen van de kersenteelt en de handel in Nederland stammen uit de 17e eeuw. Vooral langs oude rivierlopen, met vocht doorlatende grond, bleek geschikt te zijn voor de kersenteelt. Na de tweede wereldoorlog groeide de kersenteelt snel, tot wel 5000 ha. Na het hoogtepunt in 1952 ging het snel bergafwaarts met de Hollandse kers. Omdat de grond beter gebruikt kon worden voor bijvoorbeeld woningbouw of andere landbouw- en fruitteeltactiviteiten die wél rendabel waren, werden er vele boomgaarden gerooid. In de jaren ’70 en ’80 was het areaal zoete kers nog geen 200 ha. In de jaren ’90 was de kersenteelt bijna geheel uit Nederland verdwenen. De hoogstamboomgaarden rendeerden niet door de hoge arbeidskosten.
Korte bomen
Met de komst van zwak groeiende onderstammen werd het mogelijk om kleinere bomen te telen waardoor het rendement weer beter werd. Daarnaast kwamen er ook nieuwe grove en zeer smaakvolle kersen die zeer geliefd werden bij de consument. Dat was het begin van de heropleving. Telers pakten de teelt weer op en lieten op 529 hectare (CBS 2013) kersenbomen weer volop groeien. Inmiddels is het areaal zoete kers, naar schatting gestegen tot ongeveer 700 ha.
Beeld: Wim Udo, Uden Archief van Bressers, Andrea Disco
Publicatiedatum 6 april 2024 (nieuwsbrief 2024-14)
Het ontstaan van bloesemtochten
Bloesemtochten zijn al eeuwenlang een geliefde traditie, waarbij mensen de natuur intrekken om te genieten van de prachtige bloeiende bomen. De oorsprong van bloesemtochten ligt diep verankerd in de agrarische geschiedenis. Vroeger waren deze tochten praktisch van aard: boeren en arbeiders trokken eropuit om de bloeiende fruitbomen te inspecteren. Ze controleerden de bloesems, schatten de oogst in en vierden het begin van een nieuw seizoen. Deze tochten vonden plaats in de lente, wanneer de fruitbomen in volle bloei stonden.
Socializen
In de vroege dagen waren bloesemtochten informeel en lokaal. Gemeenschappen kwamen samen om te wandelen of te fietsen langs de boomgaarden. Vaak werden er picknicks georganiseerd, waarbij mensen genoten van vers fruit en lokale lekkernijen. De tochten waren een gelegenheid om te socializen, te genieten van de natuur en de vruchtbaarheid van het land te vieren.
Industrialisatie en verstedelijking
Met de industrialisatie en verstedelijking veranderden ook de bloesemtochten. Ze werden meer gestructureerd en kregen een toeristisch karakter. Toeristen ontdekten de schoonheid van bloeiende boomgaarden en begonnen speciaal voor deze tochten naar landelijke gebieden te reizen. De routes werden uitgebreider en professioneler, met bewegwijzering en informatiepunten.
2e helft 20e eeuw
Zeker in de tweede helft van de 20e eeuw werden bloesemtochten steeds populairder. Vooral in de Betuwe, bekend om zijn uitgestrekte boomgaarden, werden talloze tochten georganiseerd. Mensen kwamen van heinde en verre om de bloesems te bewonderen en te genieten van het prachtige landschap. De tochten werden vaak afgesloten met feestelijke picknicks en muziek.
2024
Ook anno 2024 zijn er nog steeds prachtige bloesemtochten in Nederland en Vlaanderen, zowel voor wandelaars als voor fietsers, vaak met festiviteiten, lokale markten, proeverijen en zelfs bloesemfestivals. Via de app ‘Bloesemalert’ is de actuele bloesemstand te volgen.
Foto's: Ab Donker
Publicatiedatum 30 maart 2024 (nieuwsbrief 2024-13)
Ontstaan en geschiedenis Kom in de Kas
Volgend weekend vindt Kom in de Kas weer plaats. Kom in de Kas is het jaarlijks publieksevenement dat het publiek een unieke kans biedt om meer te leren over de productie van zachtfruit, (vrucht)groenten en siergewassen.
Het idee voor open dagen in de glastuinbouw ontstond halverwege de jaren '60, na de positieve reacties van consumenten op een presentatie van de groenteteelt tijdens de Floriade in Rotterdam in 1960. Deze open dagen werden zo succesvol dat ze leidden tot de organisatie van de eerste Kom in de Kas in 1977.
De Eerste Jaren
De eerste editie van Kom in de Kas was een regionale promotiedag in het Westland. Het evenement begon als een open dag in het tuinbouwgebied Sion in Rijswijk in 1972, in 1977 werd voor het eerst de naam ‘Kom in de Kas’ gebruikt.
Groei en Ontwikkeling
In 1982 trok het weekend zo’n 130.000 bezoekers in 23 gebieden. In 1989 deden er locaties in alle 12 provincies mee. In de jaren ‘80 werd het evenement georganiseerd vanuit de Vereniging van Nederlandse Tuinbouw Studiegroepen. In 2003 werd het weekend genoemd in de ReSpons Evenementenmonitor als een van de tien grootste landelijke evenementen, met 225.000 bezoekers.
Heden
Anno 2006 deden er 29 teeltgebieden mee, en lag de focus meer op de nieuwe technologische vernieuwingen. Het evenement trekt nu meer dan 200.000 bezoekers per jaar bij goed weer en meer dan 150.000 bij wat minder weer. Tijdens Kom in de Kas openen ruim 200 glastuinbouwondernemers een deel van hun bedrijf voor geïnteresseerde bezoekers.
Foto’s: Kom in de Kas (Quinten van Ooijen)
Ontwikkeling van het aardbeienareaal in Nederland
De aardbeienteelt in Nederland heeft de afgelopen tien, vijftien jaar een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. In 2006 besloeg het totale aardbeienareaal in Nederland ongeveer 1.710 hectare. De meeste aardbeien werden geteeld in de vollegrond, maar er was ook een klein deel onder glas en/of in tunnels. Destijds was 85% van de aardbeienproductie afkomstig van de vollegrond.
De rol van tunnels en glas
Tussen 2006 en 2017 is het aantal aardbeientelers met bijna de helft afgenomen. Tegelijkertijd daalde het totale aardbeienareaal met ongeveer 5%. Opvallend genoeg steeg de opbrengst in deze periode. Deze stijging is vooral te danken aan de toename van het areaal aardbeien in de glastuinbouw.
De teelt van aardbeien onder glas en in tunnels nam gestaag toe. In 2006 bedroeg dit areaal 250 hectare, in 2017 gegroeid tot 400 hectare. De sector verandert snel. De verwachting is dat het areaal aardbeien onder glas de komende tien jaar zal verdubbelen. Ook wordt de aardbeienteelt steeds meer een jaarrond teelt. Doordragende rassen en gekoelde wachtbedplanten spelen hierbij een belangrijke rol.
Tekst: ChatGPT
Foto's: Wim Notermans, Andrea Disco